Zondag 21 juli 9:30

Voorzang: Ps. 120:3
Ps. 33:8
Ps. 59:1-2
Schriftlezingen: Deuteronomium 29:22-29 en Mattheüs 6:19-34
Ps. 66:1-2
Ps. 68:10
Ps. 121:1-4

We ontvangen in deze leerdienst bijbels onderwijs aan de hand van artikel 13 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
Thema: Gods voorzienigheid en regering van alle dingen
1. De betekenis
2. Het doel
3. De troost

Om (samen) te overdenken/bespreken
Vragen bij de NGB-preek:

1. Voor de kinderen:
– Wie zorgt er voor de schepping?
– Hoe merk jij dat de Heere God voor je zorgt?
– Heeft God ook met de moeilijke dingen in deze wereld te maken? En met de moeilijke dingen in jouw leven?
– Wat moet je doen als je gelooft dat de Heere álles bestuurt?
– Hoe doe je dat (de Heere aanbidden)?
– Kun je een voorbeeld uit de Bijbel noemen dat de Heere iets moeilijks gebruikte om er iets moois door te doen?
– En ken je ook zo’n voorbeeld van nu?

2. Voor de jongeren:
– Wat wordt er bedoeld met Gods ‘voorzienigheid’?
– Bij welke gebeurtenis(sen) vraag (of denk) jij: waarom?
– Waarom bij die gebeurtenis(sen)? En waarom niet bij andere?
– Wat zou het betekenen als de Heere niets met onze zonde en allerhande ellende in ons leven en in deze wereld te maken had?
– Op welke manier is Gods voorzienigheid een troost in voorspoed? En hoe in tegenspoed?
– Hoe kun je de Heere vertrouwen, aanbidden zelfs, als je niet begrijpt waarom je leven loopt zoals het loopt?

3. Maarten ’t Hart schrijft in één van zijn boeken: ‘Ik weiger te geloven in een God die mijn moeder keelkanker zendt.’ Hoe reageert u hier naar hem toe op?
4. Wat doen de waaromvragen in uw leven met u?
5. En wat doet u met die waaromvragen in uw leven?
6. Als Gods voorzienigheid niet over alles in deze wereld en in uw leven zou gaan, niet over uw zonde en de moeite en het verdriet bijvoorbeeld, wat zou dat betekenen?
7. Waarom is in moeite en verdriet Gods voorzienigheid over álles juist een troost (als het goed is)?
8. Het hart van Gods voorzienigheid is het kruis op Golgotha. Bent u het hier mee eens of niet, en waarom?