Voorzang: Ps. 33:10
Ps. 148:1-3
Ps. 148:5
Schriftlezingen: Genesis 2:1-7, Job 38:1-11 en Openbaring 4:4-11
Ps. 35:1-2-3
Ps. 33:5-6
Ps. 136:5
We ontvangen in deze leerdienst bijbels onderwijs aan de hand van artikel 12 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
Thema: Schepper en schepselen
1. Gods doel met Zijn schepping en onderhouding ervan
2. Hoe dit doel bereikt wordt en gemist is door engelen
Om (samen) te overdenken/bespreken
Vragen bij de NGB-preek:
1. Voor de kinderen:
– Hoe is de aarde, met alles erop en eraan, ontstaan?
– Wie heeft dat gedaan?
– Hoe?
– Wat wil de Heere dat Zijn schepselen doen?
– Wat zijn engelen? En wat zijn ‘gevallen engelen’?
– Welke taak heeft God engelen gegeven?
– Was dat alleen in de tijd van de Bijbel, of nu nog steeds?
2. Voor de jongeren:
– Waarom ‘geloven’ we dat de Vader door Zijn Woord de hemel, de aarde en alle schepselen geschapen heeft?
– En waarom belijden we nadrukkelijk dat God dit alles ‘uit niet’ geschapen heeft?
– Wat zeg je over het ontstaan van ons bestaan tegen iemand die van de evolutietheorie uitgaat?
– Met welk doel heeft God Zijn schepselen gemaakt? Hoe zit het met dit doel in jouw leven?
– Wat weet je van engelen, en wat merk je van hen?
– Wat weet je van ‘gevallen engelen’, duivelen, en wat merk je van hen?
3. Wat gelooft u van de schepping van alle dingen?
4. En wat van de schepping van de engelen in het bijzonder?
5. Wat zegt het dat Guido de Brès in de tijd waarin hij leefde, dit artikel over de schepping inzet met ‘wij geloven’?
6. Wat zegt het over de Schepper, en wat over Zijn schepselen, dat Hij ze met een eigen aard, vorm en taken heeft geschapen om Hem te dienen? Hoe is dit in de schepping terug te zien?
7. Waarom besteed De Brès apart aandacht aan de engelen en gevallen engelen (duivelen)?
8. Hoe kun je hen (zowel engelen als duivelen) overschatten, en hoe onderschatten? En wat is hier het gevaar van?